BRIC land: China

Aan het eind van de jaren '70 besloot China om een nieuwe economische koers in te slaan, deze heette de 'open deur' politiek. In de voorgaande periode wilde China zo min mogelijk contact met het buitenland maar met deze nieuwe politiek wilde ze juist veel contact met het buitenland en buitenlandse investeringen werden aangemoedigd. Deze politiek blijkt zeer goed te werken. Tegenwoordig heeft China veel meer handel met het buitenland en sinds de jaren '90 maakt het land een grote economische groei door. China groeit economisch zo hard dat het in 2004 op de zesde plaats op de wereldranglijst van economieën stond, daarbij had het Italië gepasseerd. In 2005 ging het Frankrijk voorbij en het jaar daarna werd China’s economisch groter dan Groot-Brittannië, toen stond het op de 4e plaats. Nu staat China op de 2e plaats met alleen nog de VS boven zich. China groeit economisch nog steeds met meer dan 9% per jaar.
Deze enorme groei heeft niet alleen maar voordelen maar levert ook problemen op:
- Ten eerste de toenemende welvaart is niet eerlijk verdeeld, want alleen de mensen die in de steden wonen profiteren er van, de mensen op het platteland niet. Er komt dus steeds meer verschil tussen de rijken en de armen, dit hoort niet in een land die nog steeds zegt dat ze communistisch zijn. Hiertegen komen de 'armen' vaak in opstand en dit levert een gevaar op voor de politieke stabiliteit van China. Om dit zo veel mogelijk te voorkomen heeft China programma's gemaakt die er voor moeten zorgen dat West-China en Noordoost China zich economisch ontwikkelen.
- Vanuit het buitenland wordt er veel geklaagd over de grote export van China omdat de Chinese munt, de yuan, te goedkoop zou zijn en dit zou de Chinese overheid expres doen om zo meer te kunnen exporteren. Vooral de VS klaagt hierover.
- En ten derde doordat er een tekort is aan grondstoffen kunnen fabrieken niet optimaal produceren, maar in tijden van overvloed aan grondstoffen is er soms ook overproductie.
Vroeger was landbouw erg belangrijk voor China tegenwoordig is dit niet meer zo. Tegenwoordig is de industrie de belangrijkste sector. Hierin zijn de traditionele textielindustrie en de machine-industrie belangrijk. De elektronicasector groeit nog steeds. Zoals veel mensen wel weten is China een belangrijke computerproducent. Ondanks dat landbouw niet de belangrijkste sector meer is, verbouwt China nog steeds veel aardappels, rijst, sojabonen, tarwe, graan, pinda's, gierst
en gerst. Ook is China de belangrijkste katoen- en tabaksproducent ter wereld.
China is de een na grootste energieproducent ter wereld na de VS. Ondanks dit kunnen ze niet in hun eigen energie behoefte voorzien. Om meer energie op te wekken heeft China de drieklovendam aangelegd die sinds vorig jaar werkt, maar deze kon pas aangelegd worden als één miljoen Chinezen hun huis verlieten. China heeft ook toegegeven dat het grote project schade toebrengt aan het milieu. China zegt wel dat het een succes is en zegt dat ze het simpel weg deden om genoeg energie op te wekken, de energie word vooral gebruikt voor Shanghai.
China produceert zelf olie, maar dit is niet genoeg voor het hele land en moet dus toch veel olie invoeren.